De chauffeur, van de buurtbus van Dinteloord naar Fijnaart, zit direct op z’n praatstoel. Over zijn werk bij Hollandia, over zijn vrijwilligerswerk voor de buurtbus, over zijn ‘buurman’ Frans Bauer in Fijnaart. Over hoe Fijnaart uitgesproken moet worden, in de taal van de streek klinkt het een beetje als Feijenoord. Maar hij heeft het vooral over de Watersnoodramp in 1953.
Hij was toen vijf jaar oud. Z’n vader en moeder hadden tot ’s avonds laat zitten kaarten bij de buren, zich totaal nog niet bewust van het naderend onheil. Hij vertelt over de paniek toen het water kwam. Over hoe het water lijken tegen hun boerderij deed aanspoelen, dat deze uiteindelijk ook weggevaagd werd en over de vlucht naar Roosendaal bij zijn broer op de fiets, zittend op de stang.
De volgende dag in het ziekenhuis omdat midden op de stang zitten, met een been aan iedere kant, niet echt prettig was. Hij vertelt verder, over het sobere leven voorheen op de boerderij. En hoe het na de ramp, na de toekenning van een woning in Fijnaart en werk voor z’n vader in Rotterdam, eigenlijk alleen maar beter werd.
In Heijningen vielen zesenzeventig slachtoffers, dat is tien procent van het aantal inwoners destijds. Als je er over wilt lezen dan kan dat hier…
In Fijnaart scheiden onze wegen, wij stappen over op de bus naar Willemstad. Het is koud, het regent en we hadden ons iets beter kunnen voorbereiden. Gelukkig is er een watersportwinkel waar we voor Karin een fijne col scoren. Daarmee kunnen we de strijd aan, maar niet voordat we de inwendige mens met een lunch hebben versterkt. Normaliter volgt na een etappe een vorm van beloning, vandaag is het anders. Nou ja anders, we strijken weer neer bij Het Wapen Van Willemstad, waar we de vorige etappe afsloten. Dat was vier maanden geleden, op een mooie zomerse zondag, druk met mensen, brommers, boten en motoren. En zie nu eens!
Het Wapen heeft een sfeervolle inrichting. Blikvangers zijn een paar visgerelateerde foto’s. Op eentje staat een oudere stoere visser in overall, vermoedelijk bezig met z’n beroep, maar een vis is er niet te zien. Op de anderen een blote jonge vrouw, met een vis op haar schouder en op een andere foto tussen haar borsten.
Nu kan je vanuit een - in de regel – vrouwelijk perspectief mopperen dat je het met een oude vent moet doen, terwijl je je vanuit een – ook in de regel - mannelijke variant mag verlustigen in een jongere dame. Maar, opper ik, je kan er ook vanuit een culinair perspectief naar kijken, het is tenslotte een restaurant hier. Mogelijk vangt de man wat, maar de vrouw is al voorzien van vis. En dan is de voorkeur duidelijk. Maar, oppert Karin, stel nou dat de man wél vis had en de vrouw niet, wat zou dan je voorkeur zijn? Ja, dat de man de vis aan de vrouw geeft natuurlijk. Inmiddels is het nu onmogelijk geworden om vis te bestellen. We gaan voor de foccacia mexicano en de kalfskroketten. Heerlijk.
De etappe begint met de vestingwallen van Willemstad. Goed bewaard gebleven en je draait als het ware om de stad heen met inkijkjes naar binnen en uitkijkjes naar buiten. Leuk en mooi! Maar tegelijkertijd koud en guur, de wind is aangetrokken en de regen is in sneeuw overgegaan.
Dat bepaalt tot vlak voor Dinteloord het karakter van de tocht. Echt pittig. Normaal moet je voor zo’n beleving naar Schotland! Verder is het qua omgeving vrij saai lopen en ook nog eens voor zo’n negentig procent asfalt. Dit is zo’n ‘verbindingstraject’, een noodzakelijk stuk route om je van een fraaie voorgaande- naar een fraaie volgende etappe te brengen.
De chauffeur, Willemstad en Cowshead’s onderling gezelschap, zij maakten het vandaag de moeite waard!